Interview met Eva Langenus, frontstrijder tegen corona: ‘Taboes doorbreken is de rode draad door al mijn werk’

Op 19 juni 2021, over deze onderwerpen: Welzijn
Eva Langenus

Eva Langenus is namens de N-VA lid van het BCSD, de vroegere OCMW-raad. Maar sinds een jaar zit ze in de frontlinie tegen COVID-19. Maak kennis met Eva, een bijzondere vrouw met een bijzondere missie.

Eva, wat doe je juist in verband met corona?
Ik ben teamleader van het COVID-19-team van eerstelijnszone BraViO. In augustus vorig jaar kregen we de opdracht om de opvolging van de besmettingen in goede banen te leiden. Binnen het COVID-19-team was het in de eerste plaats de bedoeling om de brontraceringen te doen. Daarnaast doen we ook alle ondersteuning van voorzieningen, besmette personen, zorgpersoneel, quarantaine, hulp,… Niet dat we dat allemaal zelf doen, wij maken de nodige verbindingen tussen de zorg en de mensen die het nodig hebben. Wij doen alles rond besmettingen, alles rond vaccinatie zit bij iemand anders.

 

Het klinkt niet bepaald als een 9-tot-5-werk.
Neen, het is 24 op 7. Dat is continu. Zover zelfs dat ik soms in mijn eigen job uren verschuif om zaken mee te kunnen nemen. Het betekent weekend- en avondwerk... Het is soms midden in Pairi Daiza de telefoon opnemen en bepaalde dingen regelen. De kinderen weten dat. We zeggen ook altijd tegen de kinderen hoe belangrijk het is. Ze vinden dat niet leuk, vandaar dat ik probeer om af en toe echt een avond niks te doen. Dat lukt niet altijd.

 

Nooit de behoefte gevoeld om er wat afstand van te nemen?
Ja, soms wel. Het is niet zo simpel, omdat, het is hier en nu, natuurlijk. Wij blijven streven naar een honderd procent bereik van alle mensen die positief zijn. Er zijn andere zones die de keuze gemaakt hebben om enkel 65-plussers of enkel kinderen te bereiken, of sociaal kwetsbaardere wijken. Wij hebben ervoor gekozen om iedereen te bereiken.

 

BraViO zet van in het begin in op brontracering. Werkt dat goed?
Dat werkt goed. Door de brontracering kunnen we gerichter werken. In plaats van bijvoorbeeld direct een hele school dicht te doen, adviseren we om de leraarskamer niet te gebruiken. Of vragen we dat de bubbels goed gescheiden blijven, zodanig dat als het virus in een klas zit, het daar ook blijft en niet verder naar buiten gaat. Door gerichter te werken houden mensen het ook langer vol. Al wordt het nu wel moeilijker, mensen zijn het meer en meer beu aan het worden, weten ook vaak niet meer waar ze besmet zijn geraakt. Maar we proberen wat we kunnen.

 

Hoe doen jullie dat, iedereen bereiken?
In eerste instantie via de telefoon en lukt dat niet, dan sturen we iemand op huisbezoek. Wij vinden het gewoon belangrijk om iedereen gehoord te hebben. Niet de klassieke vragen, maar om te horen: ‘Hoe gaat het met u? Lukt het om alles geregeld te krijgen en om thuis te blijven in de quarantaine?’ Je hebt soms gezinnen met 4, 5, 6 kinderen. Dat is geen evidente om daar met zes allemaal in dat huis te zitten. Wij hadden een koppel gehad dat doodziek in bed lag en niet naar het ziekenhuis wilde gaan om de kinderen niet alleen te moeten laten. Wij hebben ervoor gezorgd dat er hulp aan huis kon komen. Het is echt niet evident.

 

Lukt het om altijd iedereen te bereiken?
In onze regio hebben wij, denk ik, bijna 90 procent van de mensen weten te bereiken. We hebben soms mensen die we niet bereiken, bijvoorbeeld omdat ze niet meer op hetzelfde adres wonen. Of omdat ze absoluut weigeren mee te werken. Het is vrijblijvend, ze moeten niet meewerken. Wij zijn al elke dag verbaasd over welke informatie mensen allemaal bereid zijn te delen. Het is ook gewoon broodnodig, want het maakt dat we sneller kunnen inspringen, dat we zelf linken kunnen zien en actie kunnen ondernemen. Beeld je in: twee mensen op hetzelfde werk die ziek zijn en ze weten niet goed hoe of wat, of willen het niet vertellen, dan hebben wij het meestal al gezien. Dan kunnen we uitmaken of er daar meer moet gebeuren. 

 

Hoe reageren de mensen die je kan bereiken?
Over het algemeen goed. Wij leiden onze brontraceerders ook echt op om zo empathisch mogelijk het gesprek aan te gaan. We geven van in het begin mee: iemand die besmet is, weet niet altijd waar hij het opgelopen heeft. Het virus is superklein en kan in het kleinste hoekje zitten. Mensen zeggen soms: 'Ik zou echt niet weten waar ik het heb opgeraapt, ik ben zelf superfreaky bezig met al die maatregelen en nu krijg ik het toch’. Het kan echt iedereen overkomen. 

 

Had je bij de eerste coronagolf dat het zo lang zou duren?
Ik ben daaraan begonnen met de gedachte: ik wil wel eens mee nadenken over wat wij in Zemst kunnen doen. En nu is het nog altijd, dag in dag uit, 's morgens voor mijn job, 's avonds na mijn job. Mijn uren verschuiven tijdens mijn job, in mijn middagpauzes heb ik vaak overleg. Nu, ik ben wel heel content dat iedereen superflexibel is. Ik heb nog nooit, ondanks COVID, met zoveel mensen samengewerkt, zoveel mensen kunnen bereiken, zoveel op elkaar kunnen afstemmen. Dat is dan ergens een beetje het mooie aan het COVID-verhaal. Dat heel veel mensen die voordien elkaar amper kenden, nu gewoon de telefoon opnemen en elkaar om hulp vragen of helpen. Iedereen is ermee bezig en maakt er tijd voor.

 

Hoe kijk je intussen naar COVID-19?
Ik heb volledig in de frontlinie gestaan, ik ben op de COVID-afdelingen geweest, ik heb psycho-sociale ondersteuning geboden aan in de woonzorgcentra, zowel tijdens de dag- als tijdens de nachtdiensten. Dat is heel hard en heel zwaar. Ik weet waarvoor ik het doe. Ik ben nu bijna een jaar bezig, maar ik weet 100 procent waarom ik het zo belangrijk vind. Ik heb de mensen gezien, ik heb de verhalen gehoord van de mensen die er machteloos naast stonden. Het is gewoon supervies, COVID.

 

Wat raad je de mensen aan?
Ik raad iedereen om voorzichtig te blijven. Ik zeg niet dat mensen moeten binnen blijven of dat ze elkaar moeten mijden. Mensen hebben nood aan contact, wij zijn sociale wezens. Wij hebben letterlijk aanraking nodig om te kunnen overleven. Kan je een knuffelcontact hebben, pak die dan zeker. Maar doe geen zotte dingen.

Als ik soms bepaalde dingen zie buiten… Nu valt dat meer mee, maar voordien had ik het er enorm moeilijk mee als ik van een COVID-afdeling met heel heftige verhalen kwam, en tijdens het naar huis rijden iedereen doodleuk bij elkaar zie dingen doen. Dan dacht ik: mensen, jullie weten niet wat je aan het doen bent. Nu is dat wat beter. De meest kwetsbaren zijn gevaccineerd. We zien ook een heel duidelijke daling in die leeftijdscategorieën. De mensen die nu besmet raken, kunnen er meestal iets beter tegen. Ondanks dat er toch altijd uitzonderingen zijn. Onlangs nog een kindje van 4 jaar op intensieve zorgen, geloof me, dat laat je echt niet koud.

En wat we ook niet mogen vergeten: je hebt mensen die niemand hebben. Daar moeten we oog voor hebben, heb oog voor je buren. Je kan daar altijd een babbeltje mee slaan vanop anderhalve meter afstand. Er zijn zoveel dingen die je kan doen op een veilige manier. Wees daar creatief in.

 

Dat brengt ons bij je ‘echte’ job. Wat doe je?
Ik werk bij het Centrum Geestelijke Gezondheidzorg (CGG) voor ouderen. We proberen psychische hulp te bieden voor 65-plussers, waar we kunnen. We blijven daar ook vechten voor 65-plussers, wat de uitbouw van de hulpverlening betreft. We werken samen met de woonzorgcentra en ondersteunen die. Dat is vrij uniek in Vlaanderen, onze outreachende manier van werken. Ik vind het belangrijk om me voor die doelgroep te blijven inzetten. Ik ben destijds in die doelgroep ingerold met een vervangingscontract van twee maanden in UPC Duffel. En nu, 15 jaar later, blijf ik me nog steeds inzetten voor deze doelgroep.

 

Waarom geestelijke gezondheidszorg?
Psychisch welzijn ligt me nauw aan het hart, het doorbreken van taboes, spreken rond depressie, angsten, eenzaamheid. Dat is superbelangrijk en dat probeer ik altijd te doen, in elke job die ik doe. Ook binnen Zemst ben ik altijd wel degene die het stukje geestelijke gezondheidszorg op de voorgrond probeert te houden. Omdat er nog altijd zoveel misvattingen bestaan rond geestelijke gezondheidszorg. Het kan iedereen overkomen. Ik denk dat dit coronastuk ons met de neus op het feit gedrukt heeft hoe kwetsbaar wij kunnen zijn als we niet voor onszelf en voor elkaar zorgen.

 

Aan welke misvattingen denk je?
Het grootste deel van de psychische problemen zijn sluipende problemen, die jaren stilletjes woekeren, waar veel mensen niet over durven spreken en waarvoor andere mensen geen ogen hebben. Nochtans, als je je niet goed voelt, heeft dat invloed op alles in je leven: op je gezin, op je sociale leven, op je werk. Dat wordt hard onderschat. En soms zijn daar gemakkelijke oplossingen voor, te beginnen met babbelen met elkaar en met elkaar zien. 

Hoe sneller je daarover kunt praten, hoe sneller het stigma doorbroken wordt. Hoe sneller iemand bij iemand anders ziet dat het moeilijk gaat, des te sneller het goed kan opgelost worden. Dat is niet altijd even gemakkelijk. Er zit nog altijd veel schaamte rond, heel spijtig. Maar dat is iets wat ik ten alle tijden wil doorbroken krijgen. Ik pak dat mee in alles wat ik doe, dat is de rode draad door al mijn werk. 

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is