Geweld is alledaags voor Vlaamse pubers

Op 5 juni 2012

N-VA Zemst heeft in haar programma voor de gemeenteraadsverkiezingen bijzondere aandacht voor de uitdagingen waar onze jeugd mee wordt geconfronteerd, niet in het minst op het vlak van veiligheid en geweld. Dat dit een reëel thema is, mag blijken uit volgend artikel:

Jongeren tussen 14 en 16 vinden geweld dagelijkse kost: twee op de drie werden al bestolen, één op de tien werd afgeperst. Ze doen zelden aangifte.

Meer dan de helft van de 14- tot 16-jarigen was het laatste jaar slachtoffer van een diefstal. Ze worden in de eerste plaats bestolen van hun schoolgerief, kledij, geld, fiets of gsm. Dat blijkt uit een doctoraatsonderzoek aan de UGent naar hoe jonge slachtoffers omgaan met diefstal en geweld.

‘Uit mijn bevraging kwam ook naar voren dat één op de vijf jongeren in die leeftijdscategorie al het mikpunt is geweest van fysiek geweld', zegt criminologe Gerwinde Vynckier. ‘Bij zestien procent was dat nog het afgelopen jaar.' Daarnaast heeft één op de tien jongeren al een geval van afpersing meegemaakt. ‘Die leeftijdsgroep loopt een hoog risico om slachtoffer te worden, maar het valt op dat ze dat niet altijd zelf zo ervaren', stelt Vynckier vast.

‘Jongeren merken dat wat hen overkomt, helemaal niet zo uitzonderlijk is en ook vaak anderen treft. De omgang met die slachtofferrol is heel dubbel. Een jongen vertelde dat hij bang was om slaag te krijgen van iemand die hem elke dag twee euro vroeg, maar tegelijk had hij een gevoel van bescherming. Als er problemen waren op de speelplaats, stond zijn afperser hem bij.'

Diefstal zien de ouders van sommige jongeren als een les: door hun spullen rond te laten slingeren, hebben ze het zelf gezocht. Veel jongeren banaliseren bovendien de feiten waar ze slachtoffer van zijn.

Vynckier: ‘Omdat ze het echt normaal vinden, of omdat ze zich niet kwetsbaar willen opstellen tegenover hun vrienden. De leeftijdgenoten spelen ook een belangrijke rol in de omgang met geweldfeiten en diefstal. Veel jongeren willen niet tonen dat ze het erg vinden.'

Onder andere om die reden stappen ze ook niet naar de hulpverlening, zoals bijvoorbeeld het Centrum voor Leerlingenbegeleiding.

Bij de lokale politie aangifte doen van de feiten doet slechts een minderheid. ‘De jongeren hebben weinig vertrouwen in de politie. Ze denken dat ze niet veel kunnen verhelpen aan wat hen is overkomen. Als ze hun ouders vertellen over de feiten, geven zij ook nogal eens aan dat een aangifte geen zin heeft.'

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is